Mummies

Natuurlijke (ijs)mummie van ‘Dima’, een mammoetbaby uit Siberië (37.000 v. Chr.)

Een mummie is een menselijk of dierlijk lichaam waarvan het ontbindingsproces geheel of gedeeltelijk tot stilstand is gebracht door natuurlijke processen en/of menselijk handelen, waardoor zacht weefsel en vooral de huid bewaard is gebleven. Mummies kunnen spontaan ontstaan in de natuur. De bekendste natuurlijke mummie is de 5000 jaar oude ijsmummie Ötzi, die in de Alpen werd gevonden, maar de meeste natuurlijke mummies ontstaan door uitdroging, bijvoorbeeld in een woestijn. Op die wijze hebben de oude Egyptenaren ontdekt dat je een lichaam kunt bewaren, wat hen inspireerde om dat zelf te gaan doen. Zij ontwikkelden daar toen een hele speciale en complexe techniek voor, resulterend in de Egyptische mummies zoals die te zien zijn in musea, in films en op TV.

Een ander veelvoorkomend voorbeeld van natuurlijke mummies, gewoon hier in Nederland, wordt gevormd door katten die tijdens hun ontdekkingsreizen in boerderijen vast komen te zitten onder daken, daar van de honger sterven en dan uitdrogen tot mummies. In Nederland en de rest van Europa werden af en toe eveneens uitgedroogde menselijke lichamen ontdekt, bijvoorbeeld alleenwonende mensen die thuis waren gestorven, maar ook in grafkelders konden onder de juiste omstandigheden lichamen in meerdere of mindere mate bewaard blijven. Vooral in niet hermetisch afgesloten grafkelders als crypten, waarin de lucht steeds wordt ververst, blijven lichamen in aanzienlijke mate bewaard. Onderzoek naar natuurlijke mummies doet steeds sterker vermoeden dat men op een gegeven moment vanuit een religieuze overtuiging bewust grafkelders zo ging inrichten dat de daarin bijgezette lichamen gingen uitdrogen.

De crypte van Wieuwerd in 1946

Er zijn momenteel zo’n tien crypten of grafkelders bekend met natuurlijke menselijke mummies of vermeldingen daarvan. De bekendste Nederlandse crypte met menselijke mummies is ongetwijfeld de crypte onder de Nicolaaskerk van het terpdorp Wieuwerd in Friesland. Daar ontdekken timmerlieden in 1765 een crypte met naar verluid elf natuurlijke mummies, waarvan er nu nog maar vier over zijn. Een bijzonder aspect van de geschiedenis van Wieuwerd is dat hier in enige tijd een gemeenschap van labadisten woonde, een kleine maar door hun afwijkende ideeën en enkele prominente aanhangers relatief belangrijke christelijke sekte. Het is mogelijk dat zij gebruik maakten van de Wieuwerdse crypte en zelfs dat zij bewust probeerden natuurlijke mummies te maken door middel van bijzetting der doden in een natuurlijk geventileerde crypte. Ze verlaten Wieuwerd in 1732, waarbij ze wellicht de crypte hebben verzegeld, want in 1765 blijkt het bestaan ervan een verrassing te zijn.

Aan het eind van de 17de eeuw begint de sekte zich te verspreiden en hun ideeën bereiken zelfs de beroemde filosoof John Locke en de bekende Amerikaanse quaker William Penn die beiden persoonlijk naar Wieuwerd reizen om kennis te nemen van het gedachtegoed. Hoewel er vooralsnog geen enkel hard bewijs is voor enig verband met Wieuwerd, wordt de crypte in Almen vermoedelijk gebouwd in het begin van de 18de eeuw als de ideeën van de labadisten tot in het buitenland in bredere kring bekend zijn geworden, met name in hogere kringen.

Het draagsysteem met stenen zuiltjes en houten balken voor de doodskisten in Almen

De crypte in Almen is in elk geval zodanig geconstrueerd dat in de kelderruimte een duidelijke natuurlijke luchtstroom te voelen is, veroorzaakt door alleen al het temperatuurverschil tussen de optimaal in de zon gelegen zuidelijke ventilatieopening en de zich daar loodrecht tegenover bevindende en nooit door de zon beschenen noordelijke ventilatieopening. De doodskisten in de Almense crypte staan op een draagsysteem van op zuiltjes rustende balken, zodat de luchtstroom ook onder de kisten door kan bewegen. De omstandigheden om natuurlijke mummies in de crypte te laten ontstaan, zijn in elk geval uitstekend.

De eerste schriftelijk bekende mededelingen over mummies in Almen bestaan uit krantenberichten uit 1952 en 1962, maar deze vinden hun oorsprong in het onderzoek door gemeentesecretaris Johannes de Graaf in 1915, die in zijn boek uit 1926 echter heel opmerkelijk zelf geen enkele melding van mummies maakt. Het eerste artikel uit 1952 meldt enkel kort dat zich in Almen goed geconserveerde mummies zijn, om zich vervolgens helemaal te richten op hoe de luchtstroom dit mogelijk maakte. Het tweede artikel uit 1962 bevat daarentegen interviews met twee Almenaren die destijds al de respectabele leeftijd van 77 en 85 hadden bereikt, maar die een kleine halve eeuw eerder, in 1915, met eigen ogen meerdere mummies in de crypte hadden gezien en voor het eerst een aan ons overgeleverde beschrijving van de menselijke resten geven. Ze beschrijven een “ouderwets” geklede volwassen man en een vrouw met een kindje op de arm. De lichamen worden als “tanig” beschreven en bij aanraking bleek de wang van de man in ouderwetse kleding nog zacht.

De doodskisten in de crypte van Almen, in groen de kisten waarin in 2019 mummies werden geconstateerd

In 2019 volgt voor het eerst in meer dan een eeuw weer een onderzoek dat wordt uitgevoerd door Norbert Eeltink van Aestimatica zowel archeoloog als fysisch antropoloog is. Het primaire doel is om vast te stellen of zoals de historische bronnen melden inderdaad mummies in de Almense crypte aanwezig zijn. De daar aanwezige doodskisten bestaan uit dik en dus zwaar eikenhout. Bij een aantal doodskisten zijn echter ooit in het verleden de dekselschroeven losgemaakt of zelfs verwijderd, waardoor voorafgaand aan het onderzoek werd veronderstelt dat ten minste in een deel van de kisten zou moeten kunnen worden gekeken zonder iets aan de toestand van de kist te hoeven veranderen. Om niets te verstoren en beschadigen wordt bij het onderzoek in 2019 slechts minimale kracht gebruikt om te voelen of loszittende deksels van de doodskisten net genoeg kunnen worden opgetild om in de kist te kijken. Dat blijkt bij twee kisten het geval: kist 7, een grote doodskist van een ‘volwassen formaat, en kist 2, een kleine doodskist met afmetingen die op een jong kind wijzen. In beide kisten blijken zich goed bewaarde menselijke resten te bevinden, mummies, die nog zeer goed bewaarde kleding dragen. De inhoud van de doodskisten wordt gefotografeerd voor wetenschappelijke documentatie, maar uit respect voor de doden worden die foto’s niet in de openbaarheid gebracht. De enige in de crypte gevonden natuurlijke mummie waarvan de foto met het publiek wordt gedeeld is de mummie van een onder kist 7 gevonden vogeltje.

Natuurlijke mummie van een vogeltje uit de Almense crypte

De volwassene blijkt exact te corresponderen met de man die in 1915 is gezien. Hij draagt een halflange blauwe jas die is voorzien van een dubbele rij knopen en een grauw geworden gebreide muts die waarschijnlijk ooit wit is geweest. De luxe blauwe stof van de jas is gedecoreerd met een patroon van witte stippen of symbooltjes. Zijn onderlijf is bedekt met een eenvoudige stof, waar zijn in lange sokken geklede onderbenen onderuit steken. De binnenzijde van de kist is bekleed met deels losgeraakte stof, maar de deksel niet.

In de kleine doodskist liggen inderdaad de resten van een kind. Hier zijn zowel de kist als de deksel van binnen bekleed met nog op de plaats zittende witte stof. Het lijf bevindt zich onder een eenvoudige doek. Ook het kind draagt een gebreide, witte, muts op het hoofd. Al het textiel is in uitstekende conditie, maar het hoofd van het kind is in enkele delen uiteen gevallen. Dit is vermoedelijk gebeurt door het onvoorzichtig verplaatsen van de kist in 1915 en/of 1985, waarbij de bij jonge kinderen nog onvergroeide schedeldelen door te ruwe bewegingen los zijn geraakt.

Kist 2 bovenop twee andere kisten bij tijdelijke verplaatsing in 1985
(© Familie Wentink Almen)

De in 1915 waargenomen vrouw met kind wordt in 2019 en 2021 niet gezien en zal in een van de zestien niet onderzochte kisten liggen. Beide wel aangetroffen lichamen liggen op een laag organisch materiaal dat aan houtsnippers doet denken. Dergelijk materiaal is zeer geschikt om vocht dat bij het ontbindingsproces vrijkomt te absorberen. Bovendien staan de doodskisten vrij van de snel klamme vloer, zodat van de vloer optrekkend vocht op afstand wordt gehouden. De beide onderzochte menselijke mummies in de kist zijn dan ook beduidend beter geconserveerd dan de mummie van het op de vloer gevonden vogeltje.

Het eerste verkennende onderzoek bevestigt de aanwezigheid van mummies, maar laat ook zien dat de crypte, de doodskisten en de mummies worden bedreigt door de toestand waarin ze verkeren en de invloeden waaraan ze blootstaan door ernstig achterstallig onderhoud en de afwezigheid van beheer en zorg. Een beperkt vervolgonderzoek in 2021 toont aan dat de situatie nog problematischer is dan in 2019 werd gedacht en de toestand zowel de crypte als de inhoud worden bedreigt en steeds verder achteruit gaan, zodanig dat als niets gebeurt de achteruitgang zelfs zal versnellen en dit unieke grafcomplex zodanig zal worden aangetast dat het verloren kan gaan.